Paul Old & Les Clos Perdus
Bij een vaalrode schuifdeur stonden twee jongensachtige zeventigers, babyboomers, steentjes weg te schoppen. Ze waren aan het wachten. Toen ik passeerde en naar binnen keek, zag ik achter een snelbindelastiek om een roestvrijstalen wijnvat een bordje, Les Clos Perdus. Het bordje stond er zoals in een gereedschapsschuurtje. Functioneel, vindbaar en met rommelige nonchalance.
Thomas? oh man I’m running late. Klonk het van achter uit de vochtige ruimte. De antislipvloer glinsterde en was net afgespoten zo leek het. Paul sjouwde wat dozen naar een pompwagen bij de brede houten schuifdeur. Hij was zeiknat. Zijn dunne, vale T-shirt liet precies zien wat de plekken zijn waar zijn lichaam het eerst begon met transpireren. De Boomers, zo te zien al heel lang vriendjes, lieten Paul lekker lopen.
‘Hoe gaan we betalen?’ zei degene met de ondeugendste ogen. ‘Ik maak n factuur en dan maak je het over op onze rekening’, zei Paul in Frans waarvan ik verwacht had dat het vloeiender zou zijn. Hij wilde over laten komen dat ie ze vertrouwde. Dat was niet zo nodig. De ondeugende ogen had cash bij zich. L’economy noir het zou zomaar een literair genre kunnen zijn.
Eerder in de auto had ik nog n soort sollicitatiegesprek spanning gevoeld. We werken al drie jaar met de wijn van Les Clos Perdus. Dat had plaats gemaakt voor amusante binnenpret. We proefden aan een formica tafeltje op werkhoogte. Eerder hielp ik de ondeugende ogen aan een pen waarmee ze aan ditzelfde tafeltje op de flap van een wijndoos n soort bon maakte. Die pen vond ik op een plankje met plastic tapjes, kraantjes en verloopstukjes. Waarschijnlijk onmisbaar gereedschap voor het werken met wijn in hectoliter hoeveelheden én waar ik het nut niet van kende.
Proeven
Eerst proefden we l Annee blanc, merendeels Macabeau. Een bekende druif voor deze streek. In voorgaande jaren nog een wat melkig napalet maar nu fris, strak en overduidelijk mandarijntjes. De wijn krijgt wat contact met de schillen. L extreme blanc van oude stokken Grenache Blanc en Grenache Gris ging voorheen meer richting een oranje wijn en hier meer bourgogne stijl subtiliteit en finesse. De rosé vond ik verfrissend maar ook kort. Dan rood, gvd wat een feest, cuvee 161 is iets groener dan de 151, die we nu in De Kelder hebben, maar daarmee wellicht ook wat toegankelijker. Paul zijn interessantste wijnen vind ik deze, de Cuvee 161 en de Prioundo. De wijnen hebben veel contact met de solids. Dus na fermentatie met de droesem maar ook de andere bezinksels. Hij filtert niet of nauwelijks. Hierdoor komen er tertiaire smaken in de wijn die je normaal met houtlagering associeert. Denk aan leer, tabak, het hout van sigaarkistjes maar ook bosgrond.
We staan ruim anderhalf uur te lullen. Als ik zijn Mir a mer, fermentatie op houtenvat, proef complimenteer ik hem op de houtintegratie. Wacht, zegt Paul in zijn Australische accent. Hij haalt een Mir a Mer van 2013 die de grovere tannines inmiddels niet meer heeft. Paul zegt dat hij lange tijd hekel had aan 2013. Met name de eerste drie jaar. 2013 was gefermenteerd op heel grof (snel gegroeid) eiken. Lees: veel extractie. Drie jaar lang vond hij dat een vergissing. Nu 7 jaar later is de wijn een stuk lichter. En heeft iets weg van een nebbiolo uit piedmont met een boerse knipoog van de Grenache.
We eindigen met Project 108, een vin nature. Erg mooi gemaakt, geen fouten en veel meer expressie van het fruit. Als zeg dat ik vind dat hij niet zo onzeker moet doen over dit project, snapt ie mijn grap niet. Voor € 5,20 ex domaine is het een van zijn goedkoopste wijnen. Hij geeft toe dat het een beetje een ijdelheidsproject is, hij wil graag in de oh zo hippe barren in Parijs liggen waar tegenwoordig niets anders meer te krijgen is dan vin nature. Daar is het etiket dan ook naar. In minimalistisch cubisme vertoont zich in zwart wit een vierkant. Wel vet!
Ik vertel Paul over De Kelder. Zijn ogen lichten iets op, met een glimlach, 'direct naar de consument'. Met een zucht zegt hij dan, 'covid gaf jou de tijd om na te denken, het werk in de wijngaard gaat altijd door'. Pauls primaire focus lag op restaurateurs. In Italië verkocht hij bijvoorbeeld veel direct aan restaurants en winkels of kleine ketens. Die kochten dan vaak goedkoper in dan restaurateurs in Frankrijk. Paul werkt in Frankrijk wel met een distributeur. Eerst dacht ik een beetje voor me te moeten houden over wat we doen, maar krijg nu steeds meer het gevoel dat gasten zoals Paul weinig op hebben met de traditionele wijnhandel. De multiplier van de keten prijst zijn wijn (zeker in Nederland) uit de markt.
Terug in de auto voelt mijn tong dik en neus vol van de wijn. Mijn tanden kleuren licht bruinpaars in de achteruitkijkspiegel. Als ik in de zee lig geeft een dik jongetje op een roodbruin opblaasbootje me de pen terug. Per ongeluk meegenomen. Met ondeugende oogjes steek ik hem weer achter mijn oor.
ความคิดเห็น